Eten, eten, eten en wandelen

1 juli 2019 - Cuzco, Peru

Eten bij Central

We beginnen met het eten bij Central! De verwachtingen waren hoog, maar het was echt heel erg fantastisch! We waren een beetje vroeg, maar gelukkig konden we een half uurtje voordat het restaurant open ging (en vijf minuten nadat we aangekomen waren) al aan de bar gaan zitten. Aangezien we zestien gangen met bijpassende wijnen gingen eten, gingen we aan de bar maar voor een theetje. Dat was al leuk: we konden kiezen uit kruidenthee met kruiden uit verschillende regio’s van Peru, volgens mij hadden we een Andes-thee en een Amazone-thee. Na een tijdje werden we opgehaald om naar onze tafel te gaan. Het restaurant is niet groot, we lazen ergens dat er maximaal 49 personen per avond kunnen eten. Maar goed dat we een paar maanden geleden een paar continenten terug startklaar zaten toen het mogelijk was voor deze datum te reserveren. 

Op een rond menu stonden de namen van de 16 gangen, met de bijbehorende hoogten. Elk gerecht is gebaseerd op ingrediënten die te vinden zijn in een bepaald ecosysteem of op een bepaalde hoogte in Peru. Veel van de gangen bestonden ook nog uit meerdere componenten, waarbij uitgelegd werd in welke volgorde we ze het beste konden eten. Zo begonnen we met ‘Red Rocks’: een oranje cracker (soort kroepoek-achtig, maar dan vissiger en dunner), waarop je stukjes razor clam (een soort krab) die in een schaaltje zat met een zwarte creme (weet niet hoe ze dat ook het tafelkleed gaan krijgen) en paarse bloemblaadjes. En dan was er nog een bakje waarin de scharen van die razor clam zaten (ter decoratie), met daarop een wit ‘kussentje’ met iets vloeibaars erin. Als ik de naam nog zou weten, dan zou dat niet veel toevoegen. Het was lekker. En ongeveer zo dus nog 15 gangen. Nadat we de beschrijving van een gerecht hadden gehad, wisten we eigenlijk nog steeds niet wat het zou zijn: de bereidingen waren heel bijzonder, en de ingrediënten waren nog bijzonderder. Naast dat het heel erg lekker eten was, was het de presentatie en het vreemde of onbekende van veel ingrediënten die het echt helemaal fantastisch maakten. Er staan een paar foto’s op instagram: https://www.instagram.com/ronaldwagemakers/. We hebben geen poging gedaan elk gerecht op de foto te zetten, want het was zo uitnodigend dat we dat waarschijnlijk toch de helft van de tijd nog zouden vergeten (we kennen onszelf een beetje). Iemand anders heeft wel een poging gedaan (gelukt op één gerecht na), dat is hier te vinden: https://invadercee.wordpress.com/. 

Stadstour, ruïnes en eten

De volgende dag hebben we in de ochtend de stadstour van ‘downtown’ Lima gedaan, het historische centrum zegmaar. De gebouwen waren op zich leuk, maar we vonden de gids niet zo leuk en de groep te groot. De gids begon elke andere zin met ‘you have to know’, wat een beetje op onze zenuwen werkte. Door de grote groep was het looptempo heel traag, dus ergens halverwege hebben we ons afgemeld. Daardoor konden we de hele changing of the guards ceremonie bij een regeringsgebouw zien, wat wel leuk was. Het frappante was wel dat we het idee hadden dat aan het eind van de hele ceremonie nog steeds dezelfde twee bij de deur stonden. Maar ze hadden wel leuk met een hele fanfare over het plein gemarcheerd en vanaf twee kanten met een groepje over het plein gelopen met rare stappen met hoge kicks die het goed zouden doen in zo’n rijtje cheerleaders. Na nog wat rondgelopen te hebben in de stad, besloten we naar een museum te gaan dat iets met cultural heette. Leek wel interessant, maar viel een beetje tegen. Het was heel erg klein, bordjes waren alleen in het Spaans. Het budget was in een beperkt aantal dingen geinvesteerd, waarbij het museum waarschijnlijk de opdracht had gekregen iets met multimedia te doen. Zo was er een soort piramideprojector waarin je objecten in 3d kon bekijken en er stond bij de uitgang een fotoscherm, waar je voor kon gaan staan en dan een foto van jezelf in het museum kon ontvangen op je telefoon. Deze wat vreemd aandoende investeringen waren naast de deuren (die waren wel mooi) eigenlijk het leukste aan het museum.

Het museum had wat minder tijd gekost dan we gedacht hadden, dus gingen we in de middag nog naar een archeologische opgraving van een tempelcomplex. De ruines van Huaca Pullana liggen midden in een woonwijk (en waarschijnlijk voor een deel eronder). Archeologen zijn waarschijnlijk nog ongeveer 30 jaar bezig om alles bloot te leggen, een deel is nog een berg zand. Het was verplicht om met een rondleiding door de opgravingen te lopen, en dat was ook wel interessant. ‘s Avonds hadden we een ‘foodie tour’, in het wijkje waar we de eerste ochtend gewandeld hadden. We gingen eerst naar een restaurant van een chef die bij Central gewerkt had, waar we aan de bar bij de keuken een paar lekkere dingen te eten kregen. We hadden mais (korrels die 2-3 keer zo groot waren als normale mais) met een kaasdipje, een soort pitabroodjes met een heel lekker vis smeerseltje, een pittig dipje, een quinoa cracker/chips achtig iets en nog een of twee dipjes. Daarna gingen we door naar het volgende adres, waar we een grote ‘gevulde aardappel’ hadden. Een vulling van vlees en kruiden en er zaten volgens mij rozijnen en olijven in, met aardappelpuree eromheen en vervolgens gefrituurd (in de vorm van een hele grote aardappel). Bij het volgende adres kregen we sint jacobsschelpen met iets pittigs eronder, een stukje pruim erop en een azijn van (volgens mij) sla, in elk geval was de azijn groen. Daarnaast hadden we nog iets met vis en brood en nog iets wat we niet helemaal meer weten. Als laatste hadden we eend met cheviche-saus en een perfect gekookt ei met asperges (was lekker, maar het minst spannend). 

Museum en meer eten

Van de gids van het eten van de vorige avond hadden we als tip gekregen om naar het Larco museum te gaan. Dit museum bestaat uit de persoonlijke collectie van een onderzoeker, die onderzoek heeft gedaan naar de culturen voor de Inca’s. Het was een mooi en interessant museum (met bordjes in wel vijf talen). Dit was een goede besteding van onze ochtend, voordat we bij Astrid en Gaston gingen eten. Dit restaurant stond op nummer 39 van de top 50 van restaurants wereldwijd en inmiddels op de nieuwe lijst die net uit is op 76. Als we niet al bij Central waren geweest, was dit zo’n beetje het meest fantastische eten ooit geweest. Hoewel we Central nog net wat specialer vonden, was dit ook echt heel heel erg lekker en bijzonder. En het allerbeste was de koffie na het eten: daar kwam een hele snoepwinkel bij (ze noemden het echt de candyshop). Een houten doos met allerlei laatjes en vakjes, waarin verschillende soorten chocolaatjes zaten. En dan kon je pakken wat je wilde! We hadden chocola met eucalyptus, een soort marshmallow met pisco-smaak, truffels met cacao uit verschillende regio’s van Peru, een cappuccino bonbon (soort luxe negerzoen met cappuccino binnenkant), iets kruidigs, iets met quinoa en een bonbon met vloeibare anijsvulling. Als het goed is zie je een plaatje van de candy shop hier: https://dink-travels.com/2018/01/16/astrid-y-gaston-review/astrid-y-gaston-chocolate-box/. Het laatste gerecht voor je koffie was een ‘sigaar’: in een klein sigarendoosje zaten er twee, met sigarenbandje en al. Maar ze waren gemaakt van chocola, met een vulling van chocolademousse en een gekozen smaak (sinaasappel of anijs). Een lekker laatste dag in Lima dus!

Paracas

We werden de volgende ochtend opgehaald om met de bus naar Paracas te gaan, een stukje zuidelijk van Lima aan de kust. Onderweg stopten we voor ontbijt (een broodje met avocado, de avocado’s hier zijn echt heel goed!) en bij een oud landhuis. Bij Paracas waren heel veel pelikanen en in de middag hebben we wat langs de kust gelopen en naar vogels en mooie huizen gekeken. Voor veel mensen uit Lima is dit een ontsnapping aan de algehele grijsheid van de stad. Toen we nog een kwartier van Paracas waren was de lucht nog steeds even grijs, maar toen we aankwamen scheen er inderdaad een lekker zonnetje. 

Aangezien we de Galapagos-eilanden uiteindelijk uit ons reisplan geschrapt hebben, moesten we hier wel een tourtje langs de ‘poor man's Galapagos’ maken. Op een groepje eilanden een stukje uit de kust zijn veel vogels te vinden, en zeeleeuwen en pinguïns! De pinguïns kwamen net naar beneden gehupst vanaf de rotsen en sprongen voor onze neus het water in. Voordat we verder reden naar de volgende bestemming, gingen we met de bus nog langs een paar stopjes in het natuurgebied bij Paracas, mooie heuvels met verschillende kleuren zand (geel, rood en grijs). 

Huacachina

Aangekomen in het oase-dorpje Huacachina hadden we nog net tijd om even om te kleden en snel te lunchen voordat we met een dunebuggy door de duinen gingen rijden en gingen sandboarden. Het rijden was een beetje een achtbaanervaring, de gordels over beide schouders hadden we wel nodig om een beetje op onze plek te blijven. Het sandboarden was met je buik op een plank gaan liggen en je naar beneden laten glijden. We hadden eerst drie heuvels, waarvan de eerste een goede was om te beginnen (beetje hoog, maar niet te), de tweede was klein en de derde was wat hoger (maar prima met de ervaring van de eerste twee). We dachten dat het toen klaar was, maar we reden een stukje naar de volgende serie van drie. Ik was eerst niet van plan om de derde te doen, want die was echt heel erg hoog. En steil. Als iemand naar beneden gleed, verdween diegene gewoon eventjes uit het zicht, zo steil was het. Maar naar beneden lopen leek niet echt een beter alternatief (want: heel steil). Nadat ik een paar mensen vrij rustig naar beneden had zien glijden, paste ik de tactiek meteen voeten in het zand om af te remmen toe en gleed ik prima (en toch nog best hard) naar beneden. Ronald was daar al een tijdje, hij ging zo hard naar beneden dat hij eenmaal beneden nog een extra bochtje nodig had om tot stilstand te komen. Vervolgens waren we nog net op tijd om de zonsondergang achter de duinen te zien en reden we naar een plekje met een mooi uitzicht op de oase. Als het lukt (instagram crasht soms, vooral met filmpjes) staan er nu/binnenkort ook foto’s/filmpje van Huacachina op de instagram. 

De volgende ochtend regende het een beetje (komt niet vaak voor in de woestijn/bij de oase, maar wij hadden het best willen missen). Later brak de zon door en konden we nog even bij het zwembad liggen voordat we met de bus vertrokken richting Nazca/Arequipa.

Nazca

Onderweg naar Arequipa stopten we bij de Nazcalijnen. We konden drie figuren (de boom, de handen en de hagedis) zien vanaf een uitkijktoren. De toren was iets van 15 meter hoog. Vantevoren dachten we dat dat misschien een typ/vertaal foutje was, want als je normaal moet vliegen om die lijnen te zien, en ze zijn een paar kilometer groot, wat kan je dan zien als je 15 meter hoog staat? Maar de hoogte van de toren bleek wel te kloppen, onze voorstelling van hoe groot de lijnen waren bleek niet te kloppen. Het was daarmee wel interessant om te zien, maar niet zo gigantisch groot en onvoorstelbaar als we verwacht hadden. We konden vanaf de toren ook goed zien hoe de hagedis in tweeën was gesneden door de weg, die er dwars doorheen was aangelegd. Het behouden van de Nazca-lijnen had niet altijd evenveel prioriteit… Na het avondeten vervolgden we de weg naar Arequipa, waar we heel vroeg in de ochtend aankwamen. Gelukkig was er bij ons hotel iemand om de deur open te doen en konden we ook nog meteen in de kamer, waardoor we van een uur of zes tot een uur of tien even bij konden slapen. 

Arequipa

Nadat we ongeveer alle kleren die we bij ons hadden weg hadden gebracht om te laten wassen, liepen we een beetje door de zonnige stad. In de middag hebben we een wandeltour gedaan, die deze keer gelukkig leuker was dan de tweede in Lima. Daarna hadden we nog net tijd om naar een tourkantoortje te gaan om onze tour naar het zoutmeer/zoutvlakte voor de volgende dag te boeken. ‘s Avonds hebben we een alpaca steak gegeten. Het vlees is lastig ergens mee te vergelijken, het lijkt nog het meest op kalfsvlees. Het was wel erg lekker. De volgende dag reden we in 3 uur de 68 kilometer die het was van de stad naar het zoutmeer. Dat ging dus niet heel erg snel en wel heel erg hobbelig, en ook heel erg omhoog. Van de ca. 2300 meter hoogte van de stad gingen we naar ongeveer 4300 meter hoogte. Gelukkig was ons vervoer (een 4x4) daar goed geschikt voor. Onderweg zagen we vizcunas, lama’s en alpaca’s. In het zoutmeer (dat over een paar maanden helemaal droogvalt als zoutvlakte) zagen we flamingo’s en een Andes eend. Rondom het meer hadden we een mooi uitzicht op verschillende bergen en vulkanen. Onderweg wandelden we nog een stukje langs wat landbouwterrassen en huizen. Aan het eind van de tour lieten we ons afzetten bij een winkel met alpaca/lama spullen, waar ze ook uitleg geven hoe de wol bewerkt wordt. Zo is baby alpaca (tot 7 jaar) het zachtst, zagen we verschillende (natuurlijke) kleurstoffen en hadden ze voorbeelden van de 32 natuurlijke kleuren. Er waren ook verschillende soorten alpaca’s en lama’s, zodat we goed het verschil tussen de twee konden zien. Souveniertjes hebben we de volgende dag in de stad gekocht. Na een dagje wat relaxen, naar het klooster in de stad en wat shoppen, vertrokken we de volgende dag richting de Colca Canyon (om 3 uur ‘s nachts).

Colca Canyon

De Colca Canyon is de vierde diepste canyon ter wereld (hangt een beetje van de meet-methode af, soms is het de één na diepste, maar hij is in elk geval diep). Na een paar uur rijden stopten we bij een punt waar vaak condors te zien zijn, omdat de thermiek in dat smalle deel van de canyon goed is voor hun zweefvluchten. Ze kwamen niet heel dicht bij, maar we hebben wel verschillende condors gezien. Met een spanwijdte tot drie meter waren ze echt gigantisch. 

Nadat we een beetje onze tijd hadden verdaan met wachten en naar een beetje saai museum, vertrokken we voor de wandeling naar beneden. We denken dat we zo vroeg moesten zijn omdat  er ook mensen waren die de eerste dag een heel eind gingen lopen (wij deden hetzelfde stuk in twee dagen), maar we hadden liever nog wat langer geslapen. Het naar beneden lopen was ongeveer 8 kilometer, over een pad met veel grote stenen en lossige kleine steentjes. Het was ook best steil, dus intensief voor de knieën en de tenen. 

De eerste slaapplek was best vreemd. We kregen echt weinig eten, terwijl we na een ontbijt van twee broodjes om zeven uur ‘s ochtends en drie uur naar beneden lopen onderhand om twee uur wel echt wat lustten. Onze kamer hebben we tot cel gedoopt, hoewel de gemiddelde gevangeniscel ruimer/beter is. We hadden een bed waar we net aan omheen konden lopen, een lampje en we vonden ergens in de muur nog een spijker waar we onze jassen aan op konden hangen, maar dat was het wel. Gelukkig was de groep gezellig, een pen en een rol wc-papier was voldoende voor een paar uur vermaak met ‘wie ben ik’. De volgende dag stonden ongeveer een uur klimmen, een uur vlak en een uur dalen op de planning. Dit was best zwaar (klimmen), mooie uitzichten (vlak stuk en dalen) en pijnlijk aan de tenen (dalen). We eindigden bij het zwembad van het volgende slaapplekje, waarmee deze plek al meteen 300 keer beter was dan de vorige. Toen het eten ook nog smaakvol en voldoende bleek te zijn, en we een toetje kregen (wie wist dat je zo blij kon worden van een halve banaan met wat chocoladesaus) kon het helemaal niet meer stuk. De kamer was basic net als de vorige, maar afgewerkte muren, een stoel om wat spullen op te leggen en wat meer ruimte dan 20 cm aan twee kanten van het bed maakte het een stuk comfortabeler. We moesten er wel al om half vijf uit om naar boven te gaan lopen, dus begonnen we maar op tijd aan de nacht. In het donker vertrokken we om in ongeveer 3 uur behoorlijk steil omhoog te lopen. We hadden verwacht dat we wel wat langzamer dan de aangegeven drie uur zouden zijn, maar na 2 uur en 35 minuten waren we boven. Het was wel zwaar, maar met af en toe stoppen om wat op adem te komen was het wel te doen. Behalve gewoon steil omhoog lopen, moesten we het ook doen met steeds minder zuurstof, omdat we naar zo’n 3200 meter hoogte liepen. Eenmaal boven aangekomen hadden we nog een stukje ‘Peruvian flat’ (=niet echt vlak, maar ook niet meer heel steil) naar ons ontbijt. Na een snelle lunch hadden we een bus direct naar Puno (in plaats van eerst terug naar Arequipa en de volgende dag heel vroeg in de ochtend naar Puno). 

We zijn inmiddels een dagje verder aangekomen in Cuzco, waar we morgen weer een luxe etentje op de planning hebben. Toen we zagen dat de chef van Central ook een restaurant in de buurt van Cuzco heeft, leek mijn verjaardag ons een goede reden om daar morgen te gaan eten. 

2 Reacties

  1. Anneke:
    1 juli 2019
    Heerlijk verhaal!
    Ik had wel beelden bij de gerechten die je beschreef maar zo mooi/bijzonder/spannend als op de foto's had ik toch niet helemaal gevisualiseerd.
    Ik heb mezelf maar op een stukje chocola getracteerd na je beschrijving van de chocolade snoepwinkel 😉
  2. Gonneke:
    2 juli 2019
    En nu is het morgen en ben je jarig. Reuze gefeliciteerd, lieve Tamar! Genietvan jullie lunch😋