Cuba!

27 juli 2019 - Trinidad, Cuba

Van Peru naar Havana

Nadat ik het vorige (hele lange) stukje rond twaalf uur ‘s avonds gepost had, ging de wekker de volgende dag weer vroeg om naar het vliegveld te gaan. Onze oorspronkelijke vlucht van Cusco naar Lima was gecancelled (al een tijd geleden) en ze hadden ons op een vlucht gezet die 23 minuten overstaptijd boodt. Dat leek ons wat kort, en na een (veel te lang) telefoontje met de luchtvaartmaatschappij waren ze dat al snel met ons eens en konden we met een vlucht eerder mee. We hadden 1,5 uur overstaptijd, dus dat moest wel prima kunnen. Dachten we. Dat werd al wat krapper toen we na aankomst in Lima (redelijk netjes op tijd) ongeveer een half uur op de baan stonden, voordat we uit het vliegtuig konden. We zaten gelukkig wel best voorin het vliegtuig, dus dat viel weer mee. We liepen snel het vliegtuig uit, waarna we via de uitgang van de terminal van de binnenlandse vluchten, langs de bagagebanden (en alle taximensen die in de weg stonden), langs iedereen die nog met koffers liep om in te checken, naar de international departures liepen/snelwandelden. Daar aangekomen was er een rij voor de wachtrij voor de beveiliging, maar toen we lieten zien wanneer ons vliegtuig zou vertrekken mochten we een stukje naar voren in de rij. Toen we de rij voor de rij gehad hadden en daadwerkelijk in de rij voor de beveiliging stonden, vonden ze echter dat we het nog prima konden redden, ook al was de boarding tijd van ons vliegtuig inmiddels geweest. We hebben het elke paar minuten aan iemand gevraagd, maar nee, gewoon in de rij staan. Maar goed, check gehad, door naar de volgende rij: immigrations. Het werd nu wel echt penibel qua planning, maar we werden weer gewoon naar de rij doorverwezen. En toen we na vijf minuten het volgende bochtje gehad hadden: nee hoor, gewoon lekker in de rij blijven staan. En zo nog een paar bochtjes door. Tot er uiteindelijk een grondstewardess op zoek was naar mensen voor de vlucht voor Havana. Toen mochten we naar een kort rijtje aan de zijkant, nadat persoontje 1 dat met de supervisor checkte, die het weer checkte met de grondstewardess, die bevestigde dat mensen met een ticket voor een vliegtuig dat over een paar minuten zou vertrekken inderdaad uit de rij gehaald moesten worden, wat doorgegeven werd door de supervisor naar persoontje 1. In deze staan persoontje 1, de supervisor en de grondstewardess op dezelfde twee vierkante meter. Nadat we de benodigde stempels ontvangen hadden, mochten we gaan rennen naar… de verst beschikbare gate in de vertrekhal. Onderweg waren er nog twee of drie mensen met ons bezig (waren we voor de vlucht Havana, wat was onze naam en dat we moesten rennen naar de gate). Nadat we in de bus gesprongen waren richting het vliegtuig, werd de deur achter ons dicht gedaan. Gelukkig zijn we inmiddels wat fitter dan zes maanden geleden, anders was dat sprintje (sprint!) nog lastig geweest. Het was nu al vermoeiend, maar vooral stressvol, genoeg. We zien wel mogelijkheden voor verbetering en versoepeling van het proces… minder personeel voor nodig, meer vliegtuigen op tijd en minder stress voor passagiers. 

Havana

Maar eind goed, al goed, we kwamen aan in Havana en onze tassen waren er al heel snel. Het enige voordeel van de stressvolle overstap denk ik. Na geld gepind te hebben, wat verrassend soepel ging, gingen we met ons van te voren geregelde ritje naar onze casa particulaire. Een soort bed&breakfast idee (waarbij het ontbijt eigenlijk altijd nog extra is), en voor veel Cubanen de mogelijkheid om wat te verdienen naast het niet zo ruime maandsalaris. 

In Havana zijn we vier nachten geweest (eigenlijk een nachtje te veel). We hebben er vooral veel rondgelopen. Er zijn een aantal pleinen, veel interessante gebouwen, zowel mooie als gebouwen die mooi zijn van lelijkheid en wat musea. We zijn naar twee musea geweest, waarvan het revolutiemuseum het interessantst was. We hadden via de Netflix documentaire ‘A Cuba Libre Story’ al een goed beeld van de geschiedenis van Cuba (was een goede tip om die te kijken!). Het interessantste in het museum waren eigenlijk de dingen die niet echt genoemd werden, of wat anders of onvolledig gepresenteerd werden. Zo werd Che Guevara in Bolivia omgebracht door een soort ‘verlengstuk van een Yankee’. Was het super fantastisch hoe het hele land, en zelfs ook Fidel zelf, zich ingezet hadden om tien miljoen kilo suiker te produceren (dat ze maar tot 9 miljoen waren gekomen en dat de gehele verdere economie tot halt was gebracht, was blijkbaar een detail dat het bordje niet gehaald had). 

Waar we in Amerika soms niet echt een stoep konden vinden, was Havana bijna een grote stoep (en dan vooral in het oude deel, waar we het grootste deel van de tijd waren). Het was een soort lastig dat er af en toe een auto of een fiets reed. Maar verder was de stoep gewoon alle ruimte tussen de huizen in, met dan zowel links als rechts een wat hoger stukje waar je even kon gaan staan als er een keertje een weggebruiker op wielen was. Er zijn wel veel wegen, en die zijn ook nog best prima, maar er is heel erg weinig verkeer. Inmiddels zijn we in Vinales, waar het voornaamste vervoermiddel (naast gewoon lopen) paard en wagen is. 

Er zijn ook de hele dag heel veel mensen op straat, ze praten met elkaar, ze zitten in de deuropening, of net voor de deur op een stoel (= vaak een ijzeren frame met een plankje/meerdere lagen karton), of ze staan ergens voor te wachten. We hebben verschillende ‘supermarkten’ gezien. Tussen aanhalingstekens, want ze leken meer op super gespecialiseerde winkels. Sommigen hadden maar een stuk of tien items, maar daar stond dan wel de hele winkel vol mee. En buiten een lange rij, waarbij mensen een voor een naar binnen mochten om hun aankopen te doen. We hebben ook wel wat grotere winkels gezien, die hadden dan een heel uitgebreid assortiment met misschien wel dertig verschillende dingen. Best bizar dus. Toen we ergens op een terrasje zaten zagen we een keer dat het de dag van het wc-papier was: de een na de ander kwam langs met een tasje met rollen wc-papier. Wat ik ook wel een leuke oplossing vond: bij gebrek aan een warmtekap bij de kapper om haarverf in te laten trekken, gebruikten ze gewoon de zon. Stoel voor de winkel op straat, en met je in folie ingepakte hoofd in de zon zitten tot je haar blond is geworden. 

Wifi

De wifi-situatie valt tot nu toe erg mee. Niet dat je overal makkelijk uren op snelle wifi kan, maar aangezien ik op niets of nauwelijks iets gerekend had en het er wel is, valt het mee. Als je een wifi-netwerk hebt gevonden, dat kan zowel ergens op straat zijn of bij een huis/restaurant, kan je inloggen met de code op een kraskaartje dat je kan kopen. Die kaartjes kosten 1 cuc (1 dollar, plus 3% die je extra moet betalen of je nu cash wisselt of geld opneemt) voor een uur internet. We hebben inmiddels wel wat kaartjes gehad die ineens toch leeg waren, dus het uitloggen door de wifi uit te zetten lijkt niet altijd optimaal te werken, maar het werkt. De plekken met openbare wifi zijn goed te herkennen: hier zie je heel veel mensen naar hun telefoon staren. En dat valt op, want dat is elders niet zo. We hebben de openbare wifi nog niet geprobeerd, maar ik verwacht dat die wel wat langzamer zal zijn dan de wifi die we tot nu toe in de casa’s waar we verbleven hadden. 

Ook bijzonder: op straat zijn best veel telefooncellen/telefoons aan de muur. En die worden ook nog vaak gebruikt. Een beetje modernisering is er dus wel, maar ze lopen nog een eind achter.  

Vervoer

In Havana waren veel oude auto’s en ogenschijnlijk nog veel oudere bussen. De oldtimers met een open dak stonden op een aantal plekken in de stad klaar om met toeristen een rondje te rijden. Het nadeel van een rondje rijden in zo’n auto is alleen dat je terwijl je in zo’n auto zit, je de leuke auto eigenlijk niet ziet. Dus wij hebben gekeken hoe andere mensen rondgereden werden in zo’n auto (á te veel geld). De ‘gewone’ oldtimers zijn vaak collectivo’s, een soort deeltaxi. Die zitten vaak vol met locals. En dan heb je nog de ‘gewoon’ oude auto’s, waarvan je misschien eerst denkt ‘goh, vrij modern model eigenlijk’, maar op het tweede gezicht zie je dat de auto wel minimaal 15 jaar oud is. De taxi die we hadden vanaf het vliegveld was bijvoorbeeld vrij modern, hij had wel airco, maar dan weer geen werkende snelheidsmeter. En waar we in Havana dus naast voetgangers en fietsen vooral auto’s zagen, zijn dat in de plaatsen waar we daarna geweest zijn (tot nu toe Vinales en Playa Larga) met name paard en wagen. Met af en toe een ossenkar ertussen. 

We hadden richting Vinales een toeristenbus van Viazul (staatsbedrijf voor toeristenbusvervoer). Die was relatief nieuw (=misschien slechts een jaar of 20 oud?). Van Vinales naar Playa Larga gaan geen (directe) bussen, dus gingen we met een collectivo. Wel eentje voor toeristen (=duurder). Veel dingen zoals museumtoegang of een ritje in een fietstaxi of paardentaxi kosten in CUC (geld voor ons) hetzelfde als in CUP (geld voor lokale mensen). Klinkt aardig, maar wij betalen dan 25 keer meer. Met de collectivo dus, wat in dit geval een redelijk normale, uiteraard wat oudere, auto was. Het eerste stukje reden we met de ramen open en zonder airco, maar toen we getankt hadden ging het knipperende lampje op het dashboard weer uit en ging de airco aan. Helaas moesten we halverwege overstappen in een andere auto die zelfs geen arko (alle ramen kunnen open) had: aan mijn kant zat alleen nog een uitstekend pinnetje waar het ‘raam opendraai ding’ (heeft dat een bete naam?) aan had gezeten. De auto’s waren niet echt het formaat waarin je met drie volwassenen comfortabel op de achterbank zat, dus we waren wel blij toen we er waren. 

Vinales

In Vinales is het toeristische ding om te doen paardrijden in het nationale park. En dan maakt het niet uit dat je nog nooit op een paard hebt gezeten (Ronald), dus dat hebben we maar gewoon gedaan. Naast een beetje rondrijden met mooie uitzichten, maakten we het toeristische rondje langs een tabaksplantage en een koffie/rum/honing plantage. Bij de tabaksplantage was wel leuk om te zien hoe sigaren gemaakt worden. Tenminste, met de 10% van de tabaksbladeren die ze niet direct aan de regering afgeven. Ondanks dat het leuk was om te zien hoe het gemaakt wordt, vind ik sigarenrook nog steeds evenveel stinken. De rest van de dag hebben we een beetje gerelaxt op de schommelstoelen op de veranda. Echt bijna elk huis in Vinales is een casa particular. We zagen in de middag dan ook heel veel andere toeristen hetzelfde doen. We hebben ook nog even project buskaartje kopen gedaan. In Havana was de rij voor de buskaartjes zo lang dat we de voorkant van de rij niet gehaald zouden hebben voordat onze bus (waarvoor we al kaartjes hadden) weg zou gaan. In Vinales was ook een klein buskantoortje, dus dat leek ons handiger. Toen we daar aankwamen, zaten er al andere toeristen te wachten en waren er wel wat taximensen in het kantoortje, maar niemand van Viazul (de busmaatschappij). De andere mensen hadden eerder te horen gekregen dat hij er nu wel zou zijn, maar dat was dus nog niet zo. Maar hij zou wel komen. Na ruim een kwartier wachten was er dan daadwerkelijk iemand om ons een buskaartje te verkopen. Dat viel dus nog wel mee en daarmee hebben we de grootste afstand die we nog gaan afleggen geregeld. Van Vinales naar Playa Larga ging geen (directe) bus, dus namen we een deeltaxi. Dat was een beetje afzien (krap en warm), maar we zijn wel netjes voor de deur van onze casa hier afgezet. 

Het eten

Het eten in Cuba is tot nu toe verrassend goed. Dat komt denk ik ook wel doordat we proberen de staatsrestaurants zo veel mogelijk te mijden. We eten vooral bij paladares, restaurants van mensen zelf, die er dan ook vaak zelf echt iets van willen maken. We hebben wel een keertje geluncht bij een staatsrestaurant. Vaak zijn ze te herkennen aan de kleding van het personeel (= overal hetzelfde). Daarnaast merk je het als je al even zit en er is nog niets gebeurd en nadat je eten, of een simpel kopje koffie, besteld hebt, gebeurt er ook weer een hele tijd niets. En als je om de rekening vraagt, kan dat ook best tien minuten duren. En wisselgeld ook weer. Oftewel: service is super traag en wat ongeïnteresseerd. Dus gaan we liever naar plekken waar zowel de service en het eten beter is, en we de lokale bevolking sponsoren met het betalen van de toeristenprijzen in plaats van (alleen maar) de regering. 

Playa Larga en Playa Giron

In Playa Larga en daarna in Playa Giron hebben we vooral aan het strand gelegen en wat gesnorkeld. Het gebied is internationaal beter bekend als de Bay of Pigs. Ronald heeft een poging gedaan tot duiken, maar kon door een verstopte neus niet goed klaren. Dus dat was een heel kort en ondiep duikje. Onder water was wel veel te zien. Doordat er weinig boten zijn (schijnt de regering geen groot fan van te zijn… ) is het koraal ook dicht bij de kust nog goed. Naast koraal waren er ook vooral veel verschillende soorten vissen, dus het snorkelen was leuk. Het was niet echt zo dat je voor een verfrissende duik het water in kon gaan: het water was ongeveer dezelfde temperatuur als de lucht (heel erg warm). Bij een strandje in de buurt van Playa Giron waar we twee dagen geweest zijn (Punta Perdiz) waren wel douches. We hadden daar mensen zien douchen, dus ik liep de volgende dag na het snorkelen naar de douches toe. Maar die deden het niet, want de waterauto moest nog komen. Super logisch, dat ik daar niet al aan gedacht had. 




 

3 Reacties

  1. Gonneke:
    28 juli 2019
    Lieve Tamar en Ronald,
    Jullie reis zit er bijna op; misschien is dit wel het (bijna) laatste reisverslag. Heel veel dank voor het ons op de hoogte houden van al jullie belevenissen via deze site én de foto’s op Instagram; het was heerlijk om zo “ mee te reizen”.
    Geniet deze laatste weken nog! Wens jullie een veilige thuisreis en graag tot gauw ziens!!
  2. Annet:
    29 juli 2019
    Hi,

    Leuk en beeldend verslag weer !! Heel veel plezier nog daar !!

    Groetjes vanuit Nederland
  3. Marielle:
    1 augustus 2019
    Leuk verhaal weer en ook heel herkenbaar allemaal...!!