Eerste week Nieuw-Zeeland!

30 januari 2019 - Parawera, Nieuw-Zeeland

We hebben de eerste ‘echte’ bestemming inmiddels alweer achter de rug: het Noordereiland van Nieuw-Zeeland. De jet lag is inmiddels aardig weggewerkt. Het blijft een vreemd idee dat het in Nederland 12 uur eerder is: als wij aan de ochtend beginnen zijn jullie nog met de vorige avond bezig.

Onze reis in Nieuw-Zeeland startte met te lang wachten in het kantoortje van de autohuur, waar ze vonden dat ‘driver licence’ op je rijbewijs niet voldoende Engels is en er een geverifieerde vertaling moest komen. Maar toen dat geregeld was konden we (aan de linkerkant van de weg!) op weg naar Auckland. Auckland heeft een leuk haventje waar we die avond wat gegeten hebben. De volgende dag ging ik kijken of we de auto moesten verplaatsen, of dat we de parkeermeter nog konden verlengen. We stonden in een parkeervak in de straat achter het hotel geparkeerd. Maar toen ik daar aankwam: geen auto. Hij was toch goed herkenbaar (opvallend blauw) en er zat maar één straat direct achter het hotel. Hij bleek weggesleept te zijn omdat er, naast duidelijk gemarkeerde parkeervakken, ook een gele streep stond. En dan gaat die gele streep dus boven de parkeervakken en mag je daar niet parkeren. En daar hoeven ze geen bordje over neer te zetten. Dus wij komen niet meer in de buurt van een gele streep. De auto bleek gelukkig maar een kwartiertje lopen verderop te staan. Daarnaast kan je qua kosten denk ik beter je auto weg laten slepen in Nieuw-Zeeland dan in Nederland, want de kosten vielen wel mee. Nadat we de auto netjes, super goed in het vak, in een parkeergarage hadden geparkeerd, zijn we naar het Auckland War Memorial Museum gelopen. Anders dan de naam doet vermoeden, gaat het museum niet alleen over oorlogen/herdenkingen, maar geeft het vooral een goed inzicht in de geschiedenis van Nieuw-Zeeland (inclusief een aantal oorlogen). Naast een rondleiding en gewoon wat rondlopen, zijn we ook naar een show van/door/over Maori geweest. Zie als het lukt de foto, en als er (nog) geen foto’s op de site te zien zijn, denk ‘haka´ bij bijvoorbeeld rugbywedstrijden.

De volgende dag regende het in Auckland, dus zijn we vertrokken naar een plek waar dat niet het geval was. Toevallig hadden we daar al een hotel geboekt. In het dorpje Waitomo komen per jaar een paar miljoen toeristen en er wonen 500 mensen. Die toeristen komen allemaal voor de ‘glowworms’ die in de grotten te zien zijn. Bijzonder om te zien, kleine blauwe lichtpuntjes. De beestjes trekken hun prooi aan door te gloeien. Als ze uitkomen leven de vliegjes 3 dagen. Niet heel nuttig lijkt het (ze worden vaak een prooi van de glowworms die nog bezig zijn vlieg te worden), maar wel mooi om te zien.

Hoewel het mooi weer was, vertrokken we eigenlijk naar wat minder mooi weer. In hogergelegen gebied is het toch net ietsje frisser. Na een lange, mooie rit langs Lake Taupo (ontstaan bij een vulkaanuitbarsting bijna 2000 jaar geleden, gezien de omvang van het meer een flinke knal!). kwamen we aan in een dorpje dat ‘national park’ heet. Onze uitvalbasis om de volgende dag de Tongariro alpine crossing te gaan lopen. Om kwart over acht (bij jullie in de avond, bij ons de volgende dag in de ochtend) stapten we in de bus. De Tongariro alpine crossing is een wandeling in één richting van 19,4 km, dus dan is het wel handig om een shuttle te hebben. Aangezien het niet vlak is denk je aan het eind niet: ‘ok, nu alleen nog even terug’. Het miezerde nog een beetje toen we bij het hotel vertrokken, maar na een halfuurtje rijden naar het startpunt begon daar de zon door te breken. Het bleek ideaal wandelweer: niet te warm, niet te koud (of af en toe wel, want het waaide op sommige delen heel erg hard, maar daar waren we op voorbereid). Het lekkere zonnetje heeft wel Ronalds voorhoofd verbrand (hij wilde geen zonnebrand in zijn ogen krijgen door het zweten en heeft ook geen pet). De zon is hier vrij heftig, dus we gaan vrij snel door de voorraad zonnebrand heen. De Tongariro crossing begint met mooie uitzichten op mount Ngauruhoe, die beter bekend is als Mount Doom (Lord of the Rings). Die toron met het oog van Sauron stond er trouwens niet ;). Na heel veel klimmen werden we beloond met mooie uitzichten op een aantal (vulkanische) meertjes. Mooi, stonk wel naar rotte eieren. Na heel veel omhoog, ongeveer 1100 meter (volgens de iphone 206 verdiepingen, en die telt alleen omhoog), moesten we nog meer omlaag (350 meter meer omlaag dan omhoog, daarom loop je de wandeling deze kant op). De afdaling ging eerst door alpenland, heideachtig gebied met heel mooie uitzichten (dat was eigenlijk een constante factor tijdens de hele wandeling). Daarna een eind door het bos en ineens kwam dan (eindelijk...) het eindpunt. We dachten vantevoeren: ach, dat moet wel lukken, we hebben de Rinjani (vulkaan in Indonesië) ook gered. Deze wandeling was een stuk minder zwaar, waardoor we gelukkig ook minder spierpijn hadden. Na de Rinjani vonden we de drie kleine treetjes naar ons hotel al een uitdaging. Maar behalve best wat spierpijn en een beetje pijnlijke knie (van het afdalen) van Ronald ging dit prima. Misschien hielp de hottub bij het hotel ook een beetje.

Na ons wandelavontuur gingen we naar meer stinkende meertjes, namelijk het vulkanische gebied bij Roturoa (of Rotorua, ik heb het zo vaak verkeerd gezegd/gedacht dat ik niet meer weet wat het nu is). We hebben stinkende stoom uit de aarde zien komen, stinkende stoom van water af zien komen en stinkend water gezien. En bubbelende modder waaruit sinkende stoom komt. Maar gelukkig wen je wel een beetje aan de rotte eierenlucht. We hebben onder andere een meertje met markeerstiftkleur gezien (zo’n gele). En een meer dat ze ‘artist palet’ genoemd hebben, omdat de kleur ervan veranderd met het weer en de windrichting. Ook zijn we naar een spa geweest, met thermale baden. Volgens een priester in 18-toen geneeskrachtig, dus uiteraard heeft dat onze spierpijn sterk verminderd. We merkten na een tijdje dat we geluk hadden met het tijdstip dat we er waren: toen we aankwamen was het heel rustig. Maar toen we wel zo’n beetje bijna uitgekeken waren, kwamen er een aantal busladingen Chinezen binnen. Dus we hebben ook de bijzondere badkledingparade meegekregen (een soort roeipakje, een soort regenjas, met handdoek en al in het water). We snapten toen wel beter waarom alle bordjes in het Chinees, Koreaans en Japans waren en waarom één van de belangrijkste regels was: niet spugen.

De volgende ochtend lukte het ons toch nog om kaartjes voor Hobbitton te vinden op een handig tijdstip. De vorige avond was alleen iets over 8 nog beschikbaar, en dat leek ons met een dik uur rijden wel een beetje vroeg. Via een korte wandeling bij een waterval en een lunch in een plaatsje aan de kust, reden we naar Matamata, waar ‘The Shire’ uit Lord of the Rings ligt. Na het filmen van de LOTR-films werd het opbreken van de locatie onderbroken door slecht weer. Een aantal locals kwamen toen vragen of ze een kijkje konden nemen. Zo ontstond het idee om de set die herbouwd werd voor het filmen van de Hobbit-triologie permanent beschikbaar te maken voor bezoekers. Het was groter dan ik verwacht had: ik dacht: een paar deuren en een stuk of wat bomen. Maar het waren heel wat (44) deuren en best veel bomen. Waaronder een ‘boom’ van staal/kunststof: die moest er precies zo uitzien als in de LOTR-films (maar dan eigenlijk 60 jaar jonger). De boom die in de LOTR-films gebruikt is, groeit daar normaal niet (moest een oude eik zijn geloof ik). Dus toen hadden ze een in stukken gezaagde en weer in elkaar gepuzzelde  boom ergens vandaan gehaald. Die was er uiteraard niet meer jaren later, dus werd het een kunstboom. Aan het einde van de tour kregen we (nouja, hadden we al veel geld betaald voor) een drankje in ‘The Green Dragon’. Dit is sinds de opening in 2012 elk jaar de pub die in Nieuw-Zeeland het meeste bier serveert! Het was dan ook niet een beetje toeristisch, maar gewoon heel erg toeristisch. Ach, wel leuk!

Inmiddels was het een week geleden dat we in Nieuw-Zeeland aangekomen waren, dus tijd om ‘s ochtends de auto in te leveren en in het vliegtuig te stappen naar Christchurch op het Zuidereiland. In het vliegtuig hadden we lekker de ruimte omdat we bij de nooduitgang zaten, met dank aan een aantal Chinezen die geen/nauwelijks Engels spraken (en ze willen met je kunnen communiceren als je bij de nooduitgang zit).

We zijn nu alweer twee dagen onderweg met de camper. Gisteren na aankomst werden we opgehaald door de eigenaren van de camper. We hebben via een organisatie een camper gehuurd van particulieren. De zoektocht naar (een beetje betaalbare) camper was vrij lang, maar tot nu toe zijn we heel blij met de camper! Hij is lekker compleet (ik denk completer dan een huurcamper), best groot maar niet gigantisch (hoewel we hier nog niet veel grotere gezien hebben, maar in Amerika zeker wel) en heeft een prima douche en wc. Die hebben we nog niet hoeven legen, dus ik weet niet of we er daarna nog net zo blij mee zijn. Gisteren hebben we inkopen gedaan in de supermarkt en hebben we op een heel mooi plekje bij een klif gestaan. Leuk wakkerworden met uitzicht! Vandaag hebben we een eind naar het zuiden gereden en een paar korte wandelingen gedaan. Vanavond gaan we naar een plek waar (als het goed is…) pinguïns bij zonsondergang aan land komen.

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

Foto’s

3 Reacties

  1. Gonneke:
    2 februari 2019
    Haha, ik zie de badkledingparade zo voorbijtrekken.....heerlijk verhaal!
  2. Lianne:
    2 februari 2019
    Genoeg vieze luchtjes op jullie route gehad.. Ja.. en dan lees je over de camper wc.. Succes!

    LOTR-films nog nooit gezien.. Henk heeft ze wel gezien.. tijd om maar eens te gaan kijken..
    Ze staan op netflix hoorde ik.

    Zo te horen hebben jullie mooie landschappen! Ben benieuwd naar de foto's!
    Lekker wakker worden idd..

    En? heb je de pinguins gezien? Of nog andere mooie vogels en dieren?
  3. Annet:
    3 februari 2019
    leuk hoor ; zo meegenieten met jullie reis ! Veel plezier nog in de camper !